Ben je boos, pluk een roos

Omgaan met boosheid is voor veel mensen écht niet zo simpel als het versje doet vermoeden. Gevoelens als boosheid, angst en verdriet zijn voor de meeste mensen onaangename gevoelens. Als we eerlijk zijn, hebben we die liever niet. Of anders gezegd willen we er liever niet te lang bij stil staan of aandacht voor hebben.



Om leren gaan met boosheid is een hulpvraag die in mijn praktijk vaak gesteld wordt. Een boos gevoel hebben is normaal en zelfs functioneel, naast het feit dat je je er ongemakkelijk bij kunt voelen en last van kunt ervaren. Ik schrijf bewust 'een boos gevoel hebben' en niet 'boos zijn'. Het ervaren van een boos gevoel is een tijdelijke waarneming van je lichaam en gaat ook weer over. Boos zijn zou betekenen dat het iets is wat niet meer over gaat en een deel van je is. Het helpt je dit te realiseren om je gevoel van boosheid te beschouwen i.p.v. er helemaal in op te gaan.

Een gevoel als boosheid heeft een signaalfunctie. Er gebeurt iets wat je niet fijn vindt. Mensen gaan over je grens heen of je voelt je onmachtig, je ervaart iets als niet eerlijk, je voelt je niet gehoord, gezien serieus genomen etc. Boosheid maakt voor jezelf duidelijk dat er iets moet gebeuren om duidelijk te maken waar je staat, noodzaak om voor jezelf op te komen. Voor de ander is het een signaal om opnieuw afstemming met je te gaan zoeken. Vermoeidheid, spanningen, druk, enz. kunnen redenen zijn voor 'een kort lontje' waardoor je sneller boosheid voelt en als last gaat ervaren.

Een eerste stap in de aanpak van om leren gaan met boosheid is, te (h)erkennen dat je boosheid voelt.
Onaangename gevoelens (zoals boosheid) worden vaak weggestopt omdat we ze 'liever niet willen voelen'. Door ze weg te stoppen zijn ze misschien niet zichtbaar aan de buitenkant maar ze zijn er wel en kunnen fysieke klachten veroorzaken wanneer ze niet serieus genomen worden. Door aandacht te hebben voor je gevoelens neem je jezelf serieus.

Een tweede stap is om zonder oordeel je gevoel waar te nemen en dát te ervaren wat er is. 
Het mag er zijn. Het proces van acceptatie. Je realiseren dat het gevoel ook weer weg gaat, net zo goed als dat het 'vanzelf' gekomen is, kan een stap zijn die je helpt relativeren. Bovenstaand versje heeft naar mijn idee ook als doel je gevoel van boosheid in perspectief te bezien.

Een derde belangrijke stap is jezelf de vraag te stellen wat je nú nodig hebt om goed voor jezelf te zorgen, oftewel zelfcompassie voelen. Hierbij valt te denken aan ontspanning, even alleen zijn, je gevoelens uiten, naar buiten gaan etc. Jezelf 'op je kop geven' omdat je boosheid ervaart is niet helpend, het verergert de boosheid slechts.

Werkt dit proces voor kinderen anders dan voor volwassenen? Volgens mij niet. Jonge kinderen hebben vaak nog wel hulp van hun ouders nodig om met gevoelens van boosheid om te leren gaan, het proces op zich is hetzelfde.

Hoe je dat kunt doen als ouder?
Lees hierover in het artikel Ben je boos, pluk een roos (2).



Terug naar het overzicht